‘Waar blijft-ie nou’, lacht Wouter Sipma. Sipma fungeerde tijdens de wereldtitelstrijd als vaste helper voor zijn vriend Roel Boomstra, maar in de trouwzaal van het stadhuis laat de kersverse wereldkampioen het vooralsnog afweten.
Terwijl de klok van de Martinitoren luidt, maakt Boomstra zijn entree. Strak in pak met rode das neemt hij een felicitaties in ontvangst. Hij heeft een onderonsje met RUG-voorzitter Sybrand Poppema en neemt plaats naast burgemeester Peter den Oudsten. Die laatste staat op en neemt het woord.
‘We lopen naast onze schoenen van trots’, zo begint Den Oudsten zijn lofzang. ‘Een topprestatie die zijn weerga niet kent. Groningen heeft een rijke damgeschiedenis, met onder andere Jannes van der Wal en Harm Wiersma. Al dateert de laatste wereldtitel alweer van een tijdje terug (1984, red.). Mooi dat de wereldtitel weer terug is in Noord-Nederland en laten we hem lang hier houden.’
Sinds zijn elfde
Na het overhandigen van de Groningse sportpenning door Den Oudsten en Groningse manchetknopen door commissaris van de Koning René Paas, is het de beurt aan Poppema. ‘Roel weet al sinds zijn elfde dat hij wereldkampioen wordt. Zo doen we dat aan de RUG: als een student ergens aan begint, maakt hij het af. De RUG is enorm trots, want zoveel wereldkampioenen hebben we niet voortgebracht. Helemaal fantastisch is dat ook zijn secondant aan de RUG studeert.’
De damstenen worden tevoorschijn getoverd en Boomstra speelt een potje simultaan tegen sportwethouder Paul de Rook, Paas en Poppema. De wereldkampioen is nog niet gewend aan zijn nieuwe status: ‘Het blijft speciaal. Gisteren mocht ik aanschuiven aan het decemberdiner van de RUG, tussen alle prijswinnaars. Het is heel mooi om zulke dingen mee te mogen maken.’
Voldoening
‘Dat ik nu eindelijk wereldkampioen ben, geeft heel veel voldoening. Het gevoel van blijdschap is eigenlijk in drie fases gekomen. Ik had drie zeges nodig voor de wereldtitel. Dus de eerste keer dat ik een klein feestje vierde, was na het winnen van de derde partij. Vervolgens werd ik vorige week donderdag echt wereldkampioen, maar daarna moesten we nog twee partijen spelen. Dat was voor zowel mij als voor Jan Groenendijk heel apart, maar we hebben er het beste van gemaakt. De slotceremonie na afloop vormde het derde moment.’
‘Het waren twee hele mooie weken voor het dammen in Nederland. Het was ook erg leuk dat de RUG een van de speellocaties vormde. In februari ga ik beginnen aan mijn master Quantum Universe en in oktober is dan het volgende wereldkampioenschap. Maar eerst ga ik hier even van genieten. Zo mag ik morgen naar het sportgala van NOC-NSF.’
Hij besluit met een knipoog: ‘Helaas komt de wereldtitel net te laat om genomineerd te worden.’