Afgelopen herfst waren vier afstuderende masterstudenten aan de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen (GMW) klaar voor de volgende stap in hun wetenschappelijke carrière. De buitenlandse studenten wilden in Groningen blijven en besloten te solliciteren naar een promotieplek binnen de universiteit. Maar toen het ministerie van Onderwijs de RUG-plannen voor een experiment met promotiestudenten had goedgekeurd en de universiteit daarom aankondigde deze plannen door te zetten, veranderden de functies waarop de masterstudenten gesolliciteerd hadden.
Lokkertje
Volgens een van de promovendi, Ole Gmelin, probeerde de Graduate School Gedrags- en Maatschappijwetenschappen de functie waar hij en zijn mede-masterstudenten op aan het solliciteren waren te veranderen, zodra het ministerie groen licht had gegeven voor de bursalenproef. De vacature leek een lokkertje: de studenten solliciteerden op een ouderwetse promotieplek, maar die transformeerden halverwege in een promotiestudentenplek.
‘Het leek er even op alsof we gedwongen werden de beurzen aan te nemen’, zegt Gmelin. De onverwachte verandering stond Gmelin en zijn medestudenten niet aan, en het idee om een functie te krijgen die hij zag als lager dan de positie waarop hij had gesolliciteerd, sprak hem ook niet aan. ‘Er zitten heel veel voordelen aan een contract’, zegt hij, doelend op de ondersteuning bij ziekte en zwangerschap, en de mogelijkheid tot het opbouwen van een pensioen.
Klachten
‘We schreven een klacht en sloten ons aan bij ons onderzoekshoofd [Ernestine Gordijn]’, gaat hij door. In de brief spoorden ze het bestuur aan de beslissing te herzien en het plan om promotieplekken om te zetten in promotiestudentenplekken later uit te voeren. Gordijn vindt dat de studenten beter verdienen. ‘Ik was het over het algemeen gewoon niet eens met hoe het gegaan is, en dat heb ik het faculteitsbestuur ook gezegd’, zegt ze.
‘Je mag vinden wat je wil van de promotiestudenten, maar los daarvan vind ik dat als iemand ergens voor wil gaan, en als dat je beste studenten zijn, dat ze natuurlijk heel veel opties hebben. Maar zij kozen ons promotiefonds en probeerden een promotieplek bij ons te krijgen. Als ze hadden geweten dat het een promotiestudentenplek ging worden, hadden ze waarschijnlijk niet eens gesolliciteerd.’
Een onderwerp kiezen
Een van de grootste voordelen van het bursalensysteem – dat de studenten hun eigen onderzoeksonderwerp mogen kiezen – was ook al lang standaard in het promotiefonds, zegt Gordijn.
Het promotiefonds, opgericht in 2008, is er speciaal voor om de researchmasterstudenten aan de faculteit te financieren, maar zal in de toekomst in elk geval gedeeltelijk gebruikt worden om promotiestudentenplekken te financieren. Bij GMW zijn de bursalenplekken alleen toegankelijk voor buitenlandse studenten, staat er op de website te lezen.
Hoofd van de Graduate School Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Roel Bosker bevestigt dat het promotiefonds van de faculteit gebruikt zal worden om drie jaar lang maximaal tien promotiestudentenplekken per jaar te financieren. ‘We moeten nog bepalen of dat fonds alleen beschikbaar gesteld zal worden voor onze eigen researchmasterstudenten of dat we ook openstaan voor andere kandidaten’, zegt hij via de mail.
‘First job, here I come’
Die beslissing is nog niet genomen. Maar het faculteitsbestuur heeft de klachten van de huidige studenten gehoord en is het ermee eens dat de functies waar ze op hebben gesolliciteerd traditionele promotieplekken moeten blijven.
Rita Landeweerd, algemeen directeur van het faculteitsbestuur, licht toe: ‘Door de vertraagde besluitvorming meenden wij bij nader inzien dat dit cohort studenten te laat en te summier is geïnformeerd over hun veranderde status. Wij hebben daarom besloten het bursalenstelsel met ingang van het cohort 2017 (dus september 2017) te starten.’
Nadat hij het nieuws gehoord had, reageerde Gmelin blij over het besluit op Facebook: ‘Zo zie je maar weer dat het loont om voor jezelf op te komen. First job, here I come.’