Wetenschap

Iris Sommer deelt de geheimen van het brein

Op speurtocht onder de schedel

Het brein is een wonderbaarlijk orgaan waar neurowetenschapper Iris Sommer alles over wil weten. En die kennis deelt ze graag op creatieve manieren met een breed publiek. ‘We hebben allemaal een brein, maar de meeste mensen weten er niet veel over.’
Door Felien van Kooij
16 december om 9:40 uur.
Laatst gewijzigd op 16 december 2020
om 10:14 uur.
december 16 at 9:40 AM.
Last modified on december 16, 2020
at 10:14 AM.

Nadat ze als middelbare scholier op een open dag van biologie was geweest waar de stampers en meeldraden van bloemen aan bod kwamen, wist Iris Sommer genoeg: dit was niks voor haar. Het was juist het menselijk lichaam dat haar intrigeerde. ‘Dus toen ik op de open dag van geneeskunde leerde over de menselijke hersenen, was het een makkelijke keus. Dat is machtig interessant.’ 

Sinds 2017 is ze hoogleraar neurowetenschappen en psychiater op de parkinsonafdeling bij het UMCG en deelt ze haar fascinatie voor het brein met iedereen die het maar wil horen.

Soms gaat er ineens een lichtje aan in een donkere kamer

Er is nog veel onduidelijk over hoe de hersenen werken en dat betekent dat er nog vaak nieuwe ontdekkingen worden gedaan. Dat maakt het zo’n interessant vakgebied, legt Sommer uit. ‘Ik vergelijk de hersenwetenschap altijd met een heel groot landhuis: er zijn kamers waar het licht brandt en kamers die donker zijn, maar soms gaat er ineens ergens een lichtje aan.’

Elke keer dat er in een van de kamers een lichtje gaat branden, beginnen de wetenschappers weer een deel van de hersenen te begrijpen. ‘Op dat moment kijken we hoe mensen met een hersenaandoening hun voordeel kunnen doen met die nieuwe kennis.’

Kapotte circuits

De hersenen blijven Sommer nog altijd verbazen. ‘Bij mensen met een hersenaandoening gaat er iets mis in de circuits van de hersenen’, zegt ze. ‘Het laat je nadenken over hoe de hersenen normaal werken.’ 

De Bovenverdieping

In de zesdelige podcastserie De Bovenverdieping, waarvan Iris Sommer een van de initiatiefnemers is, ontvangt radiomaker en historicus Jelte Posthumus wekelijks hersenonderzoekers die verbonden zijn aan het UMCG. Zo vertelt Janniko Georgiadis over de werking van seksuele prikkels in ons hoofd, komt Teus van Laar aan het woord over parkinson en weet Marie-José van Tol alles over de rol van de hersenen bij het ontstaan van psychische stoornissen als depressie.

De eerste drie afleveringen zijn nu te beluisteren

Neem bijvoorbeeld het syndroom van Capgras, ook wel dubbelgangerswaan genoemd. Mensen met parkinson zijn er dan van overtuigd dat hun partner niet echt is, maar een lookalike. Het vertrouwde gevoel dat bij het gezicht van hun partner hoort is weg. Kennelijk is er een circuit in de hersenen dat vertrouwdheid koppelt aan een circuit dat over herkenning gaat en worden die twee dan niet meer samen geactiveerd. ‘Zodra we zoiets door hebben gaat er weer een lichtje aan in het huis.’

Sommer vindt het belangrijk om de kennis over hersenwetenschappen met het grote publiek te delen. ‘We hebben allemaal een brein, maar de meeste mensen weten er niet veel over.’ En het is niet alleen leuk om te weten hoe dat brein werkt, zegt ze, maar het is ook nuttig als mensen weten hoe ze zuinig kunnen zijn op hun kostbare schedelinhoud. 

Daar komt bij dat haar onderzoek vaak betaald wordt van belastinginkomsten. ‘Het is belangrijk om te laten zien waar dat geld heen gaat en ik vind dat dit een grote taak is voor wetenschappers.’ 

Toegankelijk

Om dat doel te bereiken maken Sommer en de andere hersenonderzoekers bij het UMCG onder de noemer Marvelous Mind de meest recente inzichten in de hersenwetenschap toegankelijk voor leken. ‘Mensen in Groningen weten vaak niet wat we als onderzoekers doen achter de schermen. We willen hersenonderzoek zo dichterbij de Groningers brengen en een band creëren met stad en provincie.’

We willen hersenonderzoek dichterbij de Groningers brengen

Zo organiseren ze wetenschappers filmavonden in het Forum en is in november de podcast De Bovenverdieping gestart, met elke week een nieuwe aflevering waarin onderwerpen als hersenletsel of het kwetsbare, maar flexibele depressieve brein aan bod komen. 

‘Ik geef graag les aan studenten, maar zij moeten echt de basis leren en dat blijft toch altijd herhaling’, zegt Sommer. ‘Je moet de lessen leuk maken voor jezelf en soms zijn er ook wel leuke discussies, maar je kan er minder creatief in zijn.’ Met Marvelous Mind kan ze buiten die gebaande paden treden en mensen op nieuwe manieren interesseren voor de hersenwetenschappen. 

Jonge Akademie

Haar hang naar creativiteit werd gestimuleerd toen ze bij de Jonge Akademie zat. Ze ging dan vaak samen met een groepje leden naar een school om leerlingen enthousiast te maken voor de wetenschap, maar ze vond dat ze niet zo goed met kinderen overweg kon. ‘Daarom ben ik toen informatieve boeken gaan schrijven om op die manier mijn kennis te delen’, vertelt ze. Lachend: ‘Met mijn eigen kinderen is het goed gekomen, hoor.’ 

Om diezelfde reden wilde ze liever met oudere patiënten werken. Het werk als psychiater vindt Sommer desondanks zwaar, omdat haar doen en laten invloed heeft op hoe het met een patiënt gaat. ‘Als een patiënt een zelfmoordpoging doet, neem je dat mee naar huis’, zegt ze. ‘Je gaat je afvragen of je iets had kunnen doen om het te voorkomen.’ 

Ik wil over tien jaar meer klachten kunnen verhelpen

Als psychiater moet ze vaak nee verkopen, want bij sommige hersenaandoeningen kunnen klachten niet verminderd worden. ‘Op zo’n moment kan ik hooguit luisteren en ondersteunen, maar schiet ik toch tekort om het op te lossen. Daar komt mijn drive vandaan om onderzoek te doen: zodat we over tien jaar meer klachten kunnen verhelpen.’ 

De combinatie van werken in de kliniek en in een onderzoeksgroep vindt ze daarom ook zo geslaagd: het onderzoek helpt haar om haar andere werk in perspectief te zetten.

Snelle ontwikkelingen

Ze ziet een duidelijk verschil tussen wat artsen nu kunnen en wat er mogelijk was toen ze begon met werken in 2004. Diepe hersenstimulatie was toen bijvoorbeeld net nieuw en wordt nu juist regelmatig ingezet. ‘Je ziet dat patiënten dan echt vooruitgaan, qua ziekteprogressie soms wel vijf jaar terug in de tijd. De ontwikkelingen gaan hard, maar we zijn er nog lang niet.’

Voor haar nieuwste onderzoek heeft Sommer een beurs van 1 miljoen euro gekregen van de Hersenstichting om te kijken naar het verband tussen voeding en hersenaandoeningen. Ze hoopt te ontdekken hoe de darmflora van mensen met bijvoorbeeld parkinson geoptimaliseerd kan worden en wat voor effect dat heeft op het sociale en persoonlijke functioneren van die mensen. 

‘Het is zo fijn dat we die beurs hebben gekregen’, zegt ze. ‘Ik ben zelf een gepassioneerd collectant voor de Hersenstichting, dus het betekende veel voor me.’  

Het heeft meerwaarde om zulk onderzoek te doen in Groningen, denkt ze. ‘De collega’s hier hebben veel interesse in onderlinge samenwerking en ik denk dat er iets minder rivaliteit is dan in de Randstad.’ Die openheid hoort volgens haar bij de Groningse mentaliteit. ‘Ik heb in Amsterdam en Utrecht gewerkt en het is echt een verademing om hier te zijn.’

Engels