Studenten
Foto Reyer Boxem

Elvira en Johan namen negen internationals in huis

Ode aan mijn tweede familie

Foto Reyer Boxem
In twee jaar tijd namen Elvira en Johan Pruis negen internationale studenten in huis die geen kamer konden vinden in Groningen. Student-redacteur Alessandro Tessari was een van hen. ‘Ze gaven ons niet alleen onderdak, maar een thuis.’
15 december om 10:44 uur.
Laatst gewijzigd op 15 december 2020
om 16:05 uur.
december 15 at 10:44 AM.
Last modified on december 15, 2020
at 16:05 PM.
Avatar photo

Door Alessandro Tessari

15 december om 10:44 uur.
Laatst gewijzigd op 15 december 2020
om 16:05 uur.
Avatar photo

By Alessandro Tessari

december 15 at 10:44 AM.
Last modified on december 15, 2020
at 16:05 PM.

Op het hoogtepunt van de kamercrisis in Groningen, in september 2018, besloten Elvira en Johan Pruis om hun huis open te stellen voor internationals die geen dak boven hun hoofd hadden. 

Aan het begin van het nieuwe academische jaar zaten honderden studenten nog zonder kamer. Sommigen verbleven in hostels, anderen – zoals ik – moesten iets huren in omliggende plaatsen. En dan waren er nog degenen die in het tentenkamp van de universiteit sliepen, in afwachting van het gereedkomen van containerwoningen. 

‘We lazen in de kranten over de situatie waarin veel studenten zaten, vooral de internationals, en we besloten dat we iets voor ze wilden doen’, zegt Elvira met een glimlach. ‘We hebben een groot huis en genoeg ruimte over. Dus we zeiden tegen elkaar: waarom zouden we niet helpen?’

Tijdelijke oplossing

Al snel was het een komen en gaan van studenten in hun huis aan de Korreweg. Ik was een van die studenten. Vrienden stelden me voor aan Johan en Elvira en na een korte kennismaking nodigden ze me uit om bij hen in te trekken. Dat was in oktober. Ik was eigenlijk van plan geweest om niet langer te blijven dan strikt noodzakelijk. Ik bleef uiteindelijk twee jaar bij ze wonen. 

‘Ons idee was om een tijdelijke oplossing te bieden aan studenten die geen onderdak hadden, om ze de tijd te geven iets permanenters te vinden’, zegt Elvira. ‘Maar er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen.’ 

We leerden elke dag iets nieuws door met ze te praten

Anderen bleven maar een paar maanden, of gingen weg om een tijdje later weer terug te keren, dus ik was inderdaad de uitzondering. Hoe langer ik in hun huis verbleef, hoe meer ik me er thuis voelde. De sfeer was warm en rustig – behalve dan als er een ‘invasie’ van de kleinkinderen was, maar dat droeg alleen maar bij aan de charme van het huis. Alles wat ik nodig had was er: een kat om me gezelschap te houden tijdens het studeren en twee interessante, grappige en aardige mensen om mijn dagelijkse leven mee te delen. 

‘We hebben veel studenten zien komen en gaan in die twee jaar en we hebben nooit problemen gehad. Het was een genoegen om jongeren uit verschillende landen in ons huis op te vangen’, zegt Elvira. ‘We leerden elke dag weer iets nieuws, gewoon door met ze te praten. Elke student bracht weer iets unieks met zich mee.’

Dorus en Mon Dieu

In totaal verbleven er negen studenten uit diverse landen enige tijd in het huis aan de Korreweg. ‘Het was fijn dat sommigen langer bleven, zodat zij konden zorgen voor de kat en het huis terwijl wij op vakantie waren’, zegt Elvira lachend.

Ja, die katten, de andere belangrijke familieleden. Eerst was er de zestienjarige Dorus en daarna kwam Mon Dieu, een volkomen geschifte kitten. Vaak was ik alleen met een van hen thuis. Daar kwamen wat taken en verantwoordelijkheden bij kijken, maar daardoor ging ik alleen maar meer van die plek houden. Nou ja, niet altijd: die keer dat Mon Dieu dacht dat mijn bed zijn kattenbak was, was ik minder blij. Toch was ik er kapot van toen ik hoorde dat Dorus was gestorven terwijl ik op vakantie was. De oude kat was er mijn hele studietijd in Groningen bij en liet me een paar maanden voor ik mijn scriptie afrondde alleen achter. 

‘De studenten werden ook deel van ons leven’, zegt Elvira. ‘Als mijn jonge kleinzoon op bezoek komt vraagt hij zelfs nu nog naar de jongens die altijd aan het studeren waren in de keuken. Hij vraagt zich af waar ze zijn gebleven.’ 

Coronavirus

Ons familiekringetje aan de Korreweg werd onverwacht opgebroken door de coronapandemie. 

‘Het is een moeilijk jaar geweest. Net voor het coronavirus uitbrak moest ik geopereerd worden, en toen ik nog aan het herstellen was in het ziekenhuis in Maastricht kwam corona naar Nederland. Ik was bang en bezorgd’, legt Elvira uit. 

We zullen zien of er volgend jaar iemand hulp nodig heeft

Haar immuunsysteem was verzwakt door de operatie en daardoor liep ze veel risico als ze besmet zou raken door het coronavirus. ‘Het speet me heel erg voor de studenten, maar toen ik terugkwam naar Groningen kon ik ze niet meer in huis hebben. Ik zag zelfs mijn hele familie niet meer’, zegt ze. 

Livia, een andere student, was net vertrokken en ik was de enige die nog in het huis woonde. Het was jammer, maar er was geen andere optie: ik moest daar weg. Toch zijn Elvira en Johan me altijd blijven steunen. Toen ze in de zomer weg waren, stelden ze hun huis weer open voor mij en andere studenten die er eerder gewoond hadden.

Elvira is nu gelukkig weer gezond. Ze maakt zich nog wel zorgen over de situatie rond het virus, vooral omdat er de afgelopen maanden telkens uitbraken waren onder de studenten in Groningen. ‘Ik weet niet wat er de komende tijd gaat gebeuren. Voor nu hebben we helaas moeten besluiten om geen studenten meer in huis te nemen. Maar we zullen zien hoe het er in het volgende academische jaar voor staat, misschien als er dan iemand hulp nodig heeft…’

Vluchtelingen

Elvira en Johan stonden al jaren voor de kamercrisis klaar voor anderen. De eerste keer dat ze hun huis openstelden voor mensen in nood was ongeveer dertig jaar geleden. ‘Toen waren er vluchtelingengezinnen uit voormalig Joegoslavië die in legerbarakken buiten de stad woonden. We lazen over de mogelijkheid om kinderen op te vangen in de weekenden, dus een paar jaar lang hadden we om het weekend vier extra familieleden’, zegt Elvira. 

Om het weekend hadden we vier extra familieleden

Dat was nogal een flinke uitbreiding, aangezien ze zelf ook al vier jonge kinderen hadden. ‘Dat was leuk; het waren allemaal kinderen dus ze speelden gezellig samen. Het was een mooie tijd en we hebben nog steeds contact met de kinderen van toen en hun families.’ 

Elvira en Johan namen ook Europese kinderen uit probleemgezinnen in huis voor een zomervakantie in Groningen. Ze vingen jonge voetballers op van de jeugdopleiding van FC Groningen die net naar de stad waren verhuisd en ze verwelkomden vriendjes van hun kinderen als die een logeerplek nodig hadden. 

Niet veel mensen zouden doen wat Elvira en Johan gedaan hebben. Hun uitzonderlijke groothartigheid kan nauwelijks onder woorden gebracht woorden. Ze gaven mij en de andere studenten die in hun huis aan de Korreweg woonden niet alleen een dak boven ons hoofd, maar een echt thuis, met alle warmte en gezelligheid die daarbij hoort. 

Engels