Wetenschap
Daan Hooiveld probeert iets te ruiken. Foto Reyer Boxem

Als corona je niet loslaat

Nooit meer ruiken

Daan Hooiveld probeert iets te ruiken. Foto Reyer Boxem
Je zult maar een van de – inmiddels vele – pechvogels zijn die na een coronabesmetting hun reuk- en smaakvermogen niet meer terug kregen. Waar loop je dan in het dagelijks leven tegenaan en hoe help je deze groep?
28 juni om 15:15 uur.
Laatst gewijzigd op 24 augustus 2021
om 15:07 uur.
juni 28 at 15:15 PM.
Last modified on augustus 24, 2021
at 15:07 PM.
Avatar photo

Door Marjanne van der Bijl

28 juni om 15:15 uur.
Laatst gewijzigd op 24 augustus 2021
om 15:07 uur.
Avatar photo

By Marjanne van der Bijl

juni 28 at 15:15 PM.
Last modified on augustus 24, 2021
at 15:07 PM.
Avatar photo

Marjanne van der Bijl

Studentredacteur Volledig bio Student editor Full bio

Afgelopen november kreeg Daan Hooiveld (23) last van stevige spier- en hoofdpijn. Voor de zekerheid liet hij zich testen en helaas: hij had corona. Hij voelde zich een paar dagen slecht en had één dagje koorts. Anderhalve week later waren de klachten verdwenen en was het achter de rug. Althans, dat dacht hij. Tot hij twee weken later ineens niks meer kon ruiken.

Nog steeds heeft hij zijn reukvermogen niet terug. Dat is vermoeiend, vertelt hij. ‘Om een versgebakken cake te ruiken, moet ik mijn neus er zowat in drukken.’ 

Van alle mensen die corona hebben gehad, rook en proefde de helft een tijd lang niks meer. En bij ongeveer een tiende van die groep is hun reuk niet of nauwelijks teruggekomen, of veranderd. Dat klinkt misschien niet als een groot deel, zegt medisch oncoloog Jacco de Haan, maar doordat zoveel mensen het virus krijgen, zijn het er uiteindelijk een heleboel. 

Grote impact

De Haan is als oncoloog niet per se een virusexpert. Toch doet hij momenteel onderzoek naar de impact van reuk- en smaakverandering door corona. ‘Bij behandelingen voor kanker – de bekendste is chemotherapie – kunnen de smaak en geur ook veranderen’, legt hij uit. Dus toen dat zo’n belangrijk symptoom van covid bleek te zijn, was het een logische stap om het onderzoek daarnaar ook binnen die groep te doen.

Om een cake te ruiken moet ik mijn neus er in drukken

Tijdens zijn opleiding in het UMCG ontdekte De Haan hoe groot de impact van een veranderd reuk- en smaakvermogen was op zijn patiënten. ‘Er is eentje die nog heel goed op mijn netvlies staat’, zegt hij. 

Deze man had uitgezaaide huidkanker gehad en dankzij immuuntherapie was de ziekte helemaal weg. Een succesverhaal, zou je zeggen. Maar hij was zijn smaak volledig kwijt, en dat terwijl hij gek was op lekker eten en drinken. ‘Je hebt dan dus iemand van kanker afgeholpen, maar de man die tegenover je zit, is helemaal niet happy.’

Werkgroep

Dat zette hem ertoe om onderzoek te doen: gebeurde dit vaker? En hoe konden deze mensen geholpen worden? Wat bleek: binnen het ziekenhuis waren er al veel mensen vanuit verschillende achtergronden bezig met het probleem. 

In de keuken werden lekkere hapjes gemaakt voor de patiënten met deze symptomen, diëtisten dachten na hoe ze hun begeleiding op dit gebied konden verbeteren, en radiotherapeuten keken bij sommige patiënten die bestraling kregen rondom de hals al naar de speekselproductie en een droge mond. 

‘Die mensen hebben we allemaal samengebracht’, zegt De Haan, ‘en zo had je ineens een werkgroep die zich met de impact van reuk- en smaakveranderingen bezighoudt.’

Lange termijn

Samen met zijn collega’s werkt De Haan momenteel aan twee onderzoeken op dit gebied, waarbij ze zich vooral richten op de problemen op de lange termijn. 

Het eerste onderzoek is onderdeel van COVID-home, een studie die in het UMCG wordt uitgevoerd. Daarvoor laten ze vragenlijsten rondgaan bij mensen die positief getest worden op het coronavirus, maar niet zo ziek zijn dat ze moeten worden opgenomen. Hebben zij een veranderde reuk en smaak en hoe ontwikkelt die zich? 

Mensen eten bij de afzuigkap omdat de geur niet te harden is

Voor het andere onderzoek hebben ze een vragenlijst in een Facebookgroep gezet die is opgericht voor mensen met aanhoudende reuk- en smaakveranderingen na een corona-infectie, om te ontdekken waar zij in het dagelijks leven tegenaan lopen.

In die groep zitten duizenden mensen. ‘Dat zijn allemaal mensen die bewust zo’n plek opzoeken om er met lotgenoten over te praten’, vertelt De Haan. Want het is makkelijker om te praten met mensen die het probleem ook hebben, dan met mensen die alles kunnen ruiken of proeven. ‘Die hebben niet altijd door hoeveel invloed zoiets op je leven kan hebben.’

Sociale activiteit

Een groot deel van de smaken die wij proeven wordt immers bepaald door onze neus. Dus als die geen geuren meer waarneemt, proef je ook minder. Als je je reuk verliest door een covid-infectie, raken in de meeste gevallen je reukcellen – de zintuigcellen die zorgen dat je hersenen geuren binnenkrijgen – beschadigd.  

En dat heeft verreikende gevolgen. ‘Eten is een sociale activiteit’, legt De Haan uit. Het is het moment dat je elkaar ziet en de dag doorneemt, en dat raakt verstoord. ‘Ik heb gehoord dat er mensen bij de afzuigkap hun eten opeten, omdat ze de geur ervan niet te harden vinden.’

Hoe je deze mensen moet helpen en begeleiden, wordt nu volop onderzocht. Het verschilt namelijk nogal per persoon wat de gevolgen zijn. Sommige mensen ruiken en proeven niks meer, bij anderen smaakt alles naar karton, en voor een aantal ruikt alles nu heel erg zuur. ‘Daarom moet de begeleiding eigenlijk ook heel individueel zijn’, zegt De Haan.

Geurtraining

Eén van de behandelingen die KNO-artsen inzetten, is geurtraining: je hangt dan elke dag met je neus boven allerlei heftige geurtjes om je reuk te trainen. Hiermee prikkel je het reukorgaan en de hersenen om weer actief te worden. Daan is er nog niet aan begonnen: ‘Ik kijk er niet naar uit om mijn neus in een hondendrol te houden, alleen om maar iets te ruiken.’

Ik kijk er niet naar uit om mijn neus in een drol te houden

Toch nemen zijn frustraties zo langzamerhand ook wel toe. In het begin merkte hij wel vooruitgang en ging hij er vanuit dat zijn reuk terug zou komen, maar inmiddels is dat vertrouwen wat afgezwakt. ‘Het is gewoon heel jammer als iemand heel lekker gekookt heeft en ik kan dat niet ruiken.’

Hij ruikt het bijvoorbeeld ook niet als het gas nog aan staat. ‘Dat kan best gevaarlijk zijn, als er bijvoorbeeld een lek is.’ Ook het idee dat hij bij brand de rook niet ruikt, vindt hij onprettig. ‘De kans is klein dat het gebeurt, maar áls het gebeurt, ben je wel de sjaak.’

Daan kijkt het voorlopig nog even aan. Maar als het niet verbetert, gaat hij zijn reuk misschien toch maar trainen.

Engels