Universiteit

Een giftige relatie met je supervisor

‘Mijn PhD heeft me gesloopt’

Veel promovendi zitten opgescheept met een supervisor die bedenkelijk gedrag vertoont. Eentje die hen maar niet met rust laat, hen vernedert of een loopje neemt met academische ethiek. ‘Achteraf gezien was het misbruik, verbaal én emotioneel.’
15 februari om 13:50 uur.
Laatst gewijzigd op 12 september 2021
om 10:29 uur.
februari 15 at 13:50 PM.
Last modified on september 12, 2021
at 10:29 AM.
Avatar photo

Door Christien Boomsma

15 februari om 13:50 uur.
Laatst gewijzigd op 12 september 2021
om 10:29 uur.
Avatar photo

By Christien Boomsma

februari 15 at 13:50 PM.
Last modified on september 12, 2021
at 10:29 AM.
Avatar photo

Christien Boomsma

Achtergrondcoördinator en wetenschapsredacteur Volledig bio » Background coordinator and science editor Full bio »

Dit is de eerste aflevering van een driedelige serie over bedenkelijk gedrag van PhD-supervisors.

Volgende week deel 2: Je mond opentrekken (of niet).

Op een dag trok promovenda Gianna het niet meer. Eindelijk had ze de moed bij elkaar geschraapt om naar haar PhD-coördinator te stappen en hulp te vragen vanwege de slechte relatie met haar supervisor. Ze zou zeggen dat ze het niet meer aankon. 

Maar misschien zag ze er niet ellendig genoeg uit, toen ze vertelde dat ze overwerkt was, dat haar supervisor haar voortdurend op haar nek zat en praktisch stalkte. Misschien oogde ze niet radeloos genoeg, omdat ze zo haar best deed om niet in te storten. Want de coördinator zei: ‘Weet je, het is best normaal om soms problemen te hebben met je supervisor.’   

Gianna ontplofte. ‘Als dit promoveren is, dan kap ik ermee!’ schreeuwde ze. ‘Zeg maar tegen de rest dat ik vertrek, want ik kan dit niet meer!’

Pas toen begreep de coördinator dat er echt iets mis was. 

Gepest en vernederd

Volgens een nationale enquête die het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) vorig jaar uitvoerde onder meer dan 1600 promovendi, heeft 43 procent van hen te maken gehad met bedenkelijk gedrag van hun supervisors. In de meeste gevallen gaat het om het niet erkennen van de druk waaronder de promovendi staan, of het bagatelliseren daarvan (22 procent). Ook rapporteren promovendi dat hun supervisor voortdurend contact met hen zoekt, soms zelfs ’s nachts (16,7 procent) of dat ze onder druk werden gezet om extra klusjes te doen (13 procent). 

Maar dat zijn koude getallen die niets zeggen over het effect van dit gedrag op de promovendi. Hoe ze zich soms constant gepest en vernederd voelen. Hoe ze het idee hebben dat ze kapot zijn gemaakt in die paar jaar dat ze probeerden hun proefschrift af te ronden. 

Constante emails 

Gianna dacht aanvankelijk dat ze mazzel had gehad. Haar supervisor koos haar, hoewel ze niet eens de ideale achtergrond had voor het onderzoeksproject. ‘Ze vertelde me al meteen na het sollicitatiegesprek dat ik de baan had. Ik denk dat ze meer in míj zag, dan in mijn onderzoek.’ 

Het ging al snel mis. Haar supervisor liep telkens langs haar kantoor om te zien wat ze aan het doen was. Ze zei wel dat Gianna haar eigen uren mocht bepalen, maar als ze ook maar iets te laat was, hing haar supervisor al aan de telefoon. ‘Ze mailde me meerdere keren per dag en wilde elke paar dagen mijn artikelen zien. Maar ik weet niet wat ik in twee dagen zou kunnen produceren.’  

Als dit promoveren is, ben ik er klaar mee!

Gianna werd onder druk gezet om harder te werken, maar ze moest daarnaast ook allerlei klusjes voor haar supervisor opknappen. ‘Ze belde me zelfs op Eerste Kerstdag omdat ze bezig was met een aanvraag voor een beurs. Ik moest grafieken maken voor haar. Ze was er constant. Maar ik dacht dat het normaal was, want in Italië ben je een soort slaafje van je supervisor.’

De supervisor wilde ook dat Gianna hielp met een summer school die ze organiseerde en dwong haar ook om een al geboekte vlucht te annuleren, vlak voor Gianna een weekend naar haar familie in Italië zou gaan. ‘Ze wilde dat ik aanwezig zou zijn bij een evenement voor studenten. Ik zat daar twee uur zonder iets te doen of te zeggen en toen stuurde ze me weer naar huis.’   

Niet oké 

Het was in die tijd dat Gianna’s kantoorgenoot zei: ‘Ik denk dat je een probleem hebt. Want dit is niet hoe we het doen in Nederland.’ En toen realiseerde ze zich: dit was niet oké. Zíj was niet oké. 

‘Mijn supervisor wilde dat ik betrokken was bij de afdeling, bij de faculteit, en dat ik dingen deed waar ik geen zin in had, zoals mentor zijn voor masterstudenten. Ik sliep nauwelijks en was zwaar overwerkt’, zegt ze. 

Ze werkte en schreef, maar haar supervisor stuurde de verschillende versies telkens terug, altijd met kleine wijzigingen. Het publiceren van een artikel leek nog mijlenver weg. En zo begon Gianna langzaam maar zeker af te glijden.  

Verplicht lesgeven

Gianna’s verhaal is niet uniek. Vergelijkbare verhalen zijn zelfs niet eens moeilijk te vinden. Neem Sara. Ze zat pas in haar eerste jaar toen haar supervisor zei dat ze een vak moest geven. Jammer maar helaas: de afdeling had gewoon niet genoeg docenten. ‘Ik kreeg een week voor het vak begon een e-mail waarin stond dat het heel lastminute was’, zegt Sara. ‘Maar later ontdekte ik dat het een jaar geleden al zo afgesproken was en dat mijn supervisor wel degelijk de uren had om dat vak te geven.’ 

Ik sliep nauwelijks en was zwaar overwerkt

Het jaar erop ging het precies zo, maar omdat het vak compleet veranderd was moest Sara het werk helemaal opnieuw doen. ‘Ik moest in feite een college geven op een gebied waar ik geen verstand van had. Ik probeerde het op tijd te leren zodat ik mijn studenten voor kon blijven.’

Sara’s supervisor vroeg vaak om skypeoverlegjes, zelfs als ze op vakantie was. ‘Het hield niet op. Je moet werken, ongeacht waar je bent, wat voor dag het is en wat je aan het doen bent, ongeacht je sociale leven. Dat kan ze niks schelen’, zegt ze. 

Mishandeld

De Amerikaanse Sophie kwam hierheen met een Marie Curie-beurs. Zij dacht ook dat ze de loterij had gewonnen, omdat haar supervisor veel moeite had gedaan om haar naar Groningen te halen. ‘Ik had dit niet kunnen zien aankomen’, zegt ze, ‘maar achteraf gezien was het mishandeling, verbaal en emotioneel.’ 

Sophie had nog nooit een paper gepubliceerd, maar schreef – op eigen initiatief – een opiniestuk voor een ‘heel aardig tijdschrift’ in haar vakgebied. ‘En dat ging naar review! Ik wist destijds niet eens wat dat inhield, maar dat betekende echt iets.’ 

Hoewel de redacteur wel doorhad dat ze nog heel onervaren was, werd haar gevraagd het stuk te herzien en opnieuw in te zenden. Maar haar supervisor las het niet, hoewel het maar een paar pagina’s lang was en zijzelf tweede auteur was. ‘Ik belandde in een vicieuze cirkel. Elke maand stuurde ik haar een verbeterd manuscript met aanpassingen. En dan las ze het niet en een maand later zei ik opnieuw dat ik aanpassingen had gedaan en dat ze beter die laatste versie kon lezen. Op een gegeven moment zei ze: “Ik ga het nooit lezen.”’  

Ze heeft mijn verhoudingen met andere mensen verpest

Het werd Sophie verboden om onderwijs te volgen, afgezien van de cursussen die verplicht waren voor haar programma. ‘Er was nog een promovendus, haar favoriet, die wel naar die cursussen mocht en dan moesten wij de stof van hem leren. En omdat we het van hem geleerd hadden, moest zijn naam boven de publicaties staan’, zegt ze. 

Ze mocht ook niet leren programmeren, al deed ze dat toch omdat het een noodzakelijke vaardigheid is in haar vakgebied. Experimenten met derden werden tegengehouden of getraineerd. ‘Ze heeft de verhoudingen tussen mij en andere mensen verpest’, zegt Sophie. ‘Ik was aan wat dingen begonnen met een paar mensen, nadat ik hun data had geanalyseerd. Maar zij dwong me om te stoppen en hen te laten zitten. Dus met die mensen kan ik nooit meer samenwerken.’

En elke dag fietste Sophie huilend naar Zernike. 

Burnouts

Promovendi die overwerkt zijn, die een depressie hebben of een burnout: je komt de verhalen overal tegen. Lucia, een voormalige PhD’er aan de letterenfaculteit, vertelt dat ze een goede supervisor had. Maar desondanks werd ook zij geacht zestig uur per week te werken en altijd beschikbaar te zijn. ‘Ik snap niet hoe het kan dat dit nog steeds gebeurt. Ik heb vrienden die met een burnout thuis zitten, die hun PhD niet kunnen afmaken. Je ziet het overal.’ 

In veel van deze gevallen blijft het ‘bedenkelijke gedrag’ van supervisors bovendien niet bij het uitputten van de promovendi. Volgens het PNN-onderzoek heeft 4,9 procent van de promovendi gezien dat hun supervisors zich schuldig maakten aan onethische handelingen. Of ze zijn, zoals María, zelfs gedwongen om eraan mee te doen. 

María was naar Groningen gekomen voor een double degree-programma met een universiteit in Zuid-Amerika. Met twee supervisors thuis en drie in Groningen kon er niets misgaan, dacht ze. Maar toen ze hier arriveerde, ontdekte ze  dat er geen contact was geweest tussen haar supervisors. Het onderzoek waarvoor ze in haar thuisland monsters had verzameld kon ze hier niet doen. ‘Ik moest een compleet nieuw onderzoeksplan bedenken, in m’n eentje’, vertelt ze. ‘Ik dacht dat het niet erger kon worden dan dat.’

Dat bleek wel te kunnen. Nadat ze haar onderzoeksplan had herschreven en de genetische analyse had gedaan van haar monsters die haar alsnog een PhD moesten opleveren, vroeg haar supervisor thuis om de resultaten. Een van zijn andere studenten kon die mooi gebruiken. ‘De apparatuur die je voor zulke analyses nodig hebt is heel kostbaar, dus hij zei dat ik die student moest helpen.’  

Enorme druk

María werkte uiteindelijk bijna zestien uur per dag. Ze vervulde niet alleen haar eigen taken, maar deed ook labwerk voor andere promovendi van haar supervisor aan haar thuisuniversiteit. ‘Dat wilde ik niet, maar hij praatte me een schuldgevoel aan’, zegt ze. ‘Hij zei dat ik weigerde om mijn collega’s te helpen, hij noemde me egoïstisch en zei dat ik hem dit verschuldigd was omdat hij me deze geweldige kans had gegeven. Ik stond onder enorme druk.’ 

Hij noemde me egoïstisch en zei dat ik hem iets verschuldigd was

María gebruikte haar eigen budget voor het onderzoek van anderen en durfde daar niets van te zeggen. ‘Ik was uitgeput’, zegt ze. ‘Ik voelde me slecht, ik sliep nauwelijks.’ Ze wist dat dit onethisch was, maar ze had het gevoel dat ze er niets tegen kon doen. ‘De hoogleraren beschermen elkaar’, zegt ze. ‘Mijn stem doet er niet toe.’ 

Beurspromovendus Ray was ook het slachtoffer van pesterijen en onethisch gedrag. Zijn problemen waren vooral ‘gebruikelijke’ dingen: zijn supervisor las zijn werk nauwelijks en dwong hem om aanwezig te zijn bij conferenties die de supervisor organiseerde voor relaties. ‘Mijn supervisor wilde diens verzameling promovendi tonen aan geldschieters. Zulke bijeenkomsten waren duidelijk niet ten behoeve van ons.’    

Als Ray weigerde, kreeg hij een bombardement van passief-agressieve mails over zich heen, of werd hij er publiekelijk uit gepikt op een passief-agressieve manier. 

Onethisch gedrag

Het ergst was echter het onethische gedrag van de supervisor. Zo werd Ray gevraagd om een student te begeleiden. ‘Prima’, zei Ray. ‘Maar als ik dit doe, dan wil ik erkend worden als co-supervisor en samen met hem iets publiceren, als het goed genoeg is.’  

Ray begeleidde de student, wiens scriptie een hoog cijfer kreeg en publicabel was. Maar toen hij hem een paar maanden later tegenkwam, ontdekte hij dat zijn supervisor al aan een artikel met hem werkte en Ray daarbuiten had gehouden. ‘Ik vroeg ernaar, en mijn supervisor weigerde om mij erbij te betrekken, met het argument dat mijn bijdrage niet voldoende was voor het paper.’ 

Ik herinner me uit die tijd vooral het gevoel van wanhoop

Een andere keer bleek zijn supervisor een co-auteurschap te hebben opgedrongen bij een stuk, terwijl niet alle auteurs daarmee hadden ingestemd. ‘Dat ontdekten we via de andere redacteur. Maar mijn supervisor, die ook een van de redacteuren was, moet daar vanaf hebben geweten.’

Sara zag hoe haar supervisor een vriend in een artikel probeerde te krijgen dat al bijna af was. ‘Mijn supervisor vroeg die vriend om wat eindredactie te doen, maar het stuk was al af en deze persoon was geen auteur!’  

En Gianna weet dat haar supervisor haar onderzoeksgegevens op een conferentie heeft gepresenteerd alsof ze van haarzelf waren. ‘Een vriendin van me was daar aanwezig. Zij herkende de gegevens van mijn veldwerk en mijn supervisor was nooit in dat gebied geweest.’ 

Beschadigd

Al deze promovendi zijn in de jaren dat ze aan hun proefschrift hebben gewerkt beschadigd geraakt. Sara zat een jaar in therapie. ‘Natuurlijk heeft het me beschadigd’, zegt ze. Gianna had paniekaanvallen. ‘Ik werd midden in de nacht wakker met een hart dat bijna uit mijn borst bonsde. Ik herinner me vooral de wanhoop uit die tijd’, zegt ze. ‘En ik heb sindsdien geen aanvallen meer gehad.’     

Sophie kreeg een burnout en een depressie. María werd zwaar depressief en had zelfs suïcidale gedachten. Haar PhD heeft haar ‘kapotgemaakt’, zegt ze. 

‘En niemand wordt ervoor verantwoordelijk gesteld’, zegt Lucia. ‘De regels lijken vergeten te zijn in de academische wereld. We zouden beter beschermd moeten worden.’

De namen van de promovendi in dit artikel zijn gefingeerd. Ze zijn allemaal bang dat het hun toekomst in de wetenschap zal schaden als ze publiekelijk hun verhaal doen. 

  • Gianna heeft haar proefschrift verdedigd en werkt nog altijd bij de RUG. 
  • Sara werkt nog aan haar proefschrift. 
  • Sophie heeft haar proefschrift verdedigd en heeft nu een postdoc-positie aan een andere universiteit. 
  • Lucia heeft haar proefschrift verdedigd, maar is uit de academische wereld gestapt. 
  • María heeft haar proefschrift verdedigd en hoopt haar universitaire carrière te kunnen vervolgen. 
  • Ray werkt nog aan zijn proefschrift.

Engels