Wetenschap

Protestprof Roorda sleutelt aan wet

‘Beter goed gejat dan slecht bedacht’

Er wordt steeds vaker gedemonstreerd in Nederland. Waren er in 2000 nog 350 demonstraties in Den Haag, in 2015 bleken het er 1500. Wat zegt dat over onze betogingsvrijheid en wat kunnen we leren van de landen om ons heen? Berend Roorda schreef er zijn proefschrift over, dat hij donderdag verdedigde.
Door Tim Bakker / Foto Reyer Boxem

Nederlanders hebben een grondwettelijk recht om te demonstreren. Dat recht wordt beschreven in de Wet openbare manifestaties (Wom).

We demonstreren in Nederland steeds vaker. Het aantal demonstraties in Den Haag is over de afgelopen vijftien jaar bijna verviervoudigd.

Het Nederlandse betogingsrecht zit goed in elkaar en verbiedt inhoudelijke censuur. Toch is er ruimte voor verbetering, vindt RUG-docent Berend Roorda die donderdag zijn proefschrift over het demonstratierecht verdedigt.

Zo leidt de formulering van de wet soms tot spanningen tussen de rechten van demonstranten en medeburgers. Een lastige zaak voor burgemeesters.

In Engeland en Duitsland zetten overheden vaker in op de eigen verantwoordelijkheid van demonstranten, en denken ze meer met hen mee.

Door de wet te actualiseren en met wat kleine wijzigingen, kan de Wom straks weer jaren mee, meent Roorda.

Leestijd: 6 minuten (948 woorden)

Het is zondagmiddag 21 februari 2016 als ruim 300 Feyenoord-supporters voorafgaand aan de competitiewedstrijd tegen Roda JC in een protestmars door Rotterdam richting het Maasgebouw trekken. De verhuisdozen die ze daar over het hek willen gooien, moeten hun boodschap aan het daar gevestigde Feyenoordbestuur kracht bijzetten: vertrek! Maar voordat de supporters bij het Maasgebouw aankomen, worden zij ingesloten door de politie, die ze – na onrust rondom de groep – aanhoudt en bekeurt voor ordeverstoring.

De zaak deed behoorlijk wat stof opwaaien. Roorda onderzocht de casus op verzoek van de Nationale ombudsman. ‘Het gaat om een betoging die niet van tevoren bij de gemeente was gemeld’, vertelt hij. ‘Terwijl dat wel verplicht is. Bovendien liep in 2011 een betoging van Feyenoordsupporters bij het Maasgebouw uit op grote rellen, dus ik kan me voorstellen dat het bestuur en de gemeente daar weer bang voor waren.’

Toch is de kritiek op het optreden van de gemeente en politie niet onterecht, stelt de promovendus. ‘Hoewel de betoging niet officieel aangekondigd was, was burgemeester Aboutaleb er wel van op de hoogte. De beperkingen die hij de betoging oplegde, heeft hij echter niet gecommuniceerd naar de betogers. Dat de groep vervolgens werd klemgezet en opgepakt, naar aanleiding van onrust buíten de groep, gebeurde op basis van een verordening waarin een bepaling opgenomen was die de aanhouding juist verbood.’

Beschermer en beperker

De Wet openbare manifestaties (Wom) is niet altijd even eenduidig, realiseert hij zich. ‘De demonstranten hebben natuurlijk hun rechten, maar als het uit de hand loopt is het ook niet goed.’ Het tekent de overwegingen die een burgemeester moet maken wanneer een betoging of demonstratie plaatsvindt. ‘Hij is zowel beschermer als beperker. Er is constante spanning tussen de rechten van zowel de betogers als de andere mensen.’

Hoewel demonstreren een grondrecht is, mag een burgemeester besluiten een demonstratie beperkingen op te leggen ter bescherming van de algemene gezondheid, het verkeer en ter voorkoming van wanordelijkheden. ‘In een extreem geval mag hij een demonstratie zelfs verbieden, maar dat gebeurt gelukkig bijna nooit.’ Hoewel deze benadering doorgaans goed werkt, zijn er alternatieven. Over de grens pakken ze het namelijk anders aan, leerde hij.

‘Daar zetten ze veel meer in op de eigen verantwoordelijkheid van de demonstranten. In Duitsland hebben overheden vooraf contact met de betogende groep, en worden daarbinnen private ordebewakers aangesteld die moeten zorgen dat hun eigen demonstratie niet uit de hand loopt. In Engeland zetten ze juist in op communicatie met de demonstranten. Er is dus meer sprake van samenwerking tussen beide partijen dan een duidelijke top-down-benadering. Dat vind ik heel mooi.’

Noodverordening

Die top-down-benadering in het Nederlandse beleid komt nog sterker naar voren wanneer een burgemeester een noodverordening instelt rond het demonstratiegebied. Wanneer deze van kracht is, ‘zijn in dat gebied de burgerrechten even wat kleiner in verband met de openbare orde en veiligheid’, legt de Enschedese burgervader Onno van Veldhuizen uit. Zo mag de politie sneller optreden en bijvoorbeeld burgers preventief fouilleren.

Noodverordening in Enschede tijdens demonstratie AZC Alert. Bron: RTV Oost.

Nadat bij een eerdere demonstratie grote rellen uitbraken, stelde Van Veldhuizen in oktober 2015 een noodverordening in bij een demonstratie tegen de komst van een asielzoekerscentrum (azc). Dat was niet voor het eerst. Ook de burgemeesters van bijvoorbeeld Heesch, Ede en Steenbergen stelden eerder dit jaar noodverordeningen in rond vergelijkbare protesten. ‘Het is bijna een standaardinstrument’, aldus Van Veldhuizen.

Dat constateert ook Roorda, en hij wordt er niet blij van. ‘Zo’n verordening stelt een burgemeester in staat maatregelen te treffen in buitengewone situaties, maar wordt soms aangegrepen voor maatregelen die een onevenredig grote inbreuk maken op de demonstratievrijheid.’ Zijn advies: ‘Neem in de Wet openbare manifestaties een noodsituatiebevoegdheid voor bij demonstraties op. Nu is het gebruik te willekeurig.’

Geen hakenkruisen

Er is dus nog ruimte voor verbetering, vindt Roorda. Bovendien is de wet toe aan een update. Vorig jaar vroeg het ministerie van Veiligheid en Justitie hem de Wom te evalueren. Roorda’s vergelijkende onderzoek naar de Duitse en Engelse wetten hielp hem daarbij. ‘Ook hier geldt namelijk: beter goed gejat, dan slecht bedacht. Maar het meeste is hier al goed en ook heel helder geformuleerd. Bovendien blijft de wet weg bij de inhoud van demonstraties, dat vind ik heel belangrijk.’

In Duitsland mogen overheden demonstraties op grond van de inhoud beperken of verbieden. In Nederland is dat niet toegestaan, al gebeurde dat eerder dit jaar wel in Amsterdam. Voorafgaand aan een demonstratie van anti-islamiseringsbeweging Pegida verbood burgemeester Eberhard van der Laan het afbeelden van hakenkruisen in elke vorm. Het hakenkruis zou zich niet verhouden met het traumatische Amsterdamse verleden en kon heftige reacties en daarmee wanordelijkheden uitlokken, aldus Van der Laan.

‘Maar hoe gegrond zijn redenen ook zijn, dit mag hij wettelijk gezien niet doen’, zegt Roorda. ‘Als er tijdens de demonstratie strafbare feiten worden gepleegd, mag de politie ingrijpen. Maar de burgemeester mag op voorhand geen inhoudelijke beperkingen opleggen.’

‘Het mag wat kosten’

‘Begrijp me goed, ik ben het totaal oneens met de opvattingen van sommige mensen, maar ook zij moeten het recht hebben hun mening te uiten. Zoals wel wordt gezegd: “Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen.”’

Het is complexe materie, beaamt Roorda. De regulering van demonstraties en het op de been brengen van de benodigde politiemacht kosten dan ook veel tijd en geld. ‘Maar het demonstratierecht is een belangrijk recht in een democratische rechtsstaat, dus het mag wat kosten.’

Van judokampioen tot protestprof

Berend Roorda (1987) begint zijn RUG-carrière in 2005. Na zijn bachelor rechtsgeleerdheid en een sabbatsjaar rondt hij in 2011 zijn master staats- & bestuursrecht cum laude af.

Ook buiten de universiteit doet Roorda goede zaken. Drie keer wordt hij Nederlands kampioen judo in de klasse onder 100 kilo. Zijn sportieve en academische prestaties leveren hem in 2011 de titel ‘meest excellente student’ van de faculteit Rechtsgeleerdheid op.

In februari 2012 begint hij als docent aan de vakgroep Algemene Rechtswetenschap en als onderzoeker binnen het Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid van de RUG. Na precies vier jaar rondt hij zijn proefschrift ‘Het recht om te demonstreren’ af, dat hij donderdag succesvol verdedigde. Na zijn promotie blijft Roorda zijn werk als docent en onderzoeker voortzetten.

Engels

Abonneer
Laat het weten als er

De spelregels voor reageren: blijf on topic, geen herhalingen, geen URLs, geen haatspraak en beledigingen. / The rules for commenting: stay on topic, don't repeat yourself, no URLs, no hate speech or insults.

guest

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties