Universiteit

Geldt godsdienstvrijheid overal?

Als mensenrechten de mist in gaan

Moeten westerse activisten het recht op godsdienstvrijheid bevorderen in niet-westerse landen? Erin Wilson denkt van niet. ‘Het vocabulaire rond mensenrechten is niet universeel.’
Door Megan Embry / Vertaling Thereza Langeler

Tweeduizend mensen – vooral moslims – werden op gruwelijke wijze vermoord toen in 2002 moslims en hindoes slaags raakten in het Indiase Gujarat. Wat betekent het recht op godsdienstvrijheid daar dan nog? Weinig, zegt religie-expert Erin Wilson van de RUG. ‘Het vocabulaire rond mensenrechten is niet universeel.’

Wilson is universitair docent politiek en religie bij de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap (GGW). Zij vindt dat de manier waarop westerse organisaties het recht op godsdienstvrijheid in niet-westerse landen bevorderen toe is aan een heroverweging.

Het recht op ‘vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst’ is verankerd in artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) uit 1948. De gruwelen van Gujarat lijken een duidelijke overtreding ervan. Moslims zouden een trein vol hindoepelgrims hebben aangevallen als reactie op de vernieling van een moskee. Drie dagen vol gewelddadige wraakacties tegen moslims en andere minderheden volgden.

Maar waar westerse landen uitgaan van universele ‘rechten’, suggereert Wilsons onderzoek dat de woorden waarmee wij die rechten uitdrukken vaak niet toepasbaar zijn op niet-westerse culturen.

Chocola

Het is niet het principe achter Artikel 18 dat het probleem vormt, zegt Wilson. ‘In alle culturen vind je concepten en tradities die samenhangen met ons idee van godsdienstvrijheid.’ Het zit ‘m in hoe we het uitdrukken. ‘Alleen al het woord ‘godsdienstvrijheid’ wordt als westers beschouwd. In niet-westerse culturen kunnen ze er óf geen chocola van maken, óf ze zijn er sceptisch over. Mensen beschouwen het als camouflage voor een verborgen agenda.’

Wilson wil de rechten zoals die in de Universele Verklaring staan graag verdedigen. Deze vormt immers ‘een belangrijke basis en een goed beginpunt’ om na te denken over mensenrechten en het bevorderen ervan, vindt ze. Maar tegelijk groeit langzaam het besef dat het woord ‘rechten’ heel verschillende dingen kan betekenen voor verschillende mensen. Wat precies, hangt af van de persoon, het moment en de context.

Over godsdienst bestaat zo veel onenigheid en conflict

‘Er is zelfs binnen Europa geen consistente opvatting of toepassing van het recht op godsdienstvrijheid’, zegt Wilson. ‘We horen zo vaak politieke verwijzingen naar ‘Europese waarden’. Maar wat zíjn die dan? Over godsdienst bestaat zo veel onenigheid en conflict. Denk aan de ophef van de laatste jaren over hoofddoeken, tulbanden, kruisbeeldjes in klaslokalen, minaretten, boerkini’s – om maar een paar te noemen. Laten we niet doen alsof wij de wijsheid in pacht hebben.’

Dus wat heeft het dan voor zin, vraagt Wilson zich af, om omstreden interpretaties van woorden als ‘recht’, ‘vrijheid’ of ‘godsdienst’ op te leggen aan culturen die sowieso al weinig kunnen met die concepten? Je kunt westerse ideeën niet zomaar op een niet-westerse gemeenschap plakken. Willen we de mensenrechtensituatie in andere culturen dan de onze echt verbeteren, dan moeten we onze benadering aanpassen. Er is compromis nodig, begrip en bescheidenheid.

‘Wat begrijpen ze wél?’

Wilsons onderzoek ontstond toen de katholieke organisatie Mensen met een Missie contact opnam met haar onderzoeksgroep in het Centre for Religion, Conflict, and Globalisation van de religiefaculteit. De organisatie had net financiering gekregen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor projecten in Gujarat en in Cirebon, Indonesië. Doel van de projecten was het bevorderen van het recht op godsdienstvrijheid. Ze vroegen om hulp: ‘We krijgen onze definitie van vrijheid van godsdienst maar niet vertaald voor de mensen hier – wat begrijpen ze wel?’

En dus stuurde het centrum twee masterstudenten naar Gujarat en Cirebon die enkele maanden lang onderzoek deden met lokale organisaties en gemeenschappen.

Op beide plaatsen bestaat een heel reëel gevaar voor religieus geweld. En op beide plaatsen ontdekten de onderzoekers dat lokale mensenrechtenorganisaties het liefst helemaal niet over religie praten. In plaats daarvan proberen ze de grote doelen van het recht op godsdienstvrijheid – waardigheid, gelijkheid, respect en verdraagzaamheid – zo te interpreteren dat de lokale gemeenschappen er iets mee kunnen.

Compromis

Zelfs in Gujarat, dat sterk geleden heeft onder een geschiedenis van afschuwelijk geweld dat werd goedgekeurd door de regering, had die aanpak succes. De les? ‘We moeten onze taal aanpassen zonder onze principes’, zegt Wilson.

In Cirebon is het woord ‘rechten’ veel te abstract en vaag om een conflict te overbruggen. ‘Bovendien denken mensen dat mensenrechten door het Westen worden opgelegd en samenhangen met het uitoefenen van macht door het Westen.’

En dus praten de plaatselijke organisaties liever helemaal niet over ‘rechten’. In plaats daarvan gebruiken ze lokale woorden, voor ‘bijeenkomst’ en ‘empathie’ die wel verweven zijn met de culturele tradities. Op die manier kunnen ze mensen samenbrengen en uiteindelijk conflicten temperen. De organisatie in India richtte een ‘school voor liefde en vrede’ op, waar mensen uit verschillende groepen elkaar volgens de plaatselijke normen voor gastvrijheid tegemoet treden.

Daarmee kom je heel ver als het gaat om het overbruggen van sociale, religieuze en politieke verschillen. ‘Praten over liefde en vrede klinkt misschien airy-fairy, maar op die manier bereik je iedereen’, zegt Wilson schouderophalend. ‘En dat is heel wat.’

Begrip

Ook in Gujarat zagen de onderzoekers dat het opeisen van het recht op godsdienstvrijheid niet helpt. Het gaat namelijk voorbij aan de bron van het conflict. Het geweld in Gujarat werd door de regering en de media weggezet als religieus, maar de plaatselijk bevolking zegt dat de werkelijke reden helemaal niets met geloof te maken heeft.

Het geweld in Gujarat gaat niet over het aanhangen van een doctrine, of dogma, maar over het behoren tot een groep. In dit geval wordt zo’n groep ‘moslim’ genoemd, maar het kan net zo goed ‘team A’ of ‘team B’ zijn’, zegt Wilson. Mensen hebben geen toegang tot werk, een huis, hygiëne of gezondheidszorg, maar dat is niet vanwege hun geloof, maar vanwege hun identiteit.

Door de economische ontwikkelingen geloofden we dat we het gelijk aan onze kant hadden

Toen de lokale voorvechters voor mensenrechten eenmaal begrepen dat de problemen in Gujarat niet wortelden in godsdienst maar in stamconflicten, vriendjespolitiek en discriminatie, veranderde dat de manier waarop ze mensenrechten bevorderden en bemiddelden in conflicten. Ze praatten helemaal niet meer over godsdienstvrijheid.

Nederigheid

Vanaf het moment dat de organisaties in Cirebon en Gujarat zich richtten op lokale inzichten en tradities, begonnen ze vooruitgang te boeken. En hoewel Wilsons onderzoek zich beperkt tot deze twee specifieke situaties, denkt ze dat haar inzichten ook op andere plekken toepasbaar zijn: voorvechters voor mensenrechten moeten zich niet zo vastbijten in de vocabulaire rond mensenrechten. Lokale gemeenschappen hebben waarschijnlijk betere handvatten waarmee je dezelfde principes kunt promoten.

‘Historisch gezien gingen we ervan uit dat wij de oplossingen naar de rest van de wereld moeten brengen – zonder er rekening mee te houden dat in de meeste landen al lange tradities bestaan die de waardigheid en gelijkheid van het individu erkennen. Er is veel arrogantie geweest – veroorzaakt, denk ik, door de economische ontwikkelingen, waardoor we geloofden dat we het gelijk aan onze kant hadden.’

Maar Wilson denkt dat het tijd is om die arrogantie aan de kant te zetten en lokale organisatie te steunen die geleerd hebben om op een zinnige manier contact te leggen met niet-westerse gemeenschappen.

‘We mogen heel wat nederiger zijn’, zegt ze. ‘En ik zou ook meer nadruk willen zien op leren van elkaar, samenwerking in internationale pogingen om godsdienstvrijheid te bovrderen. Niemand heeft het gelijk honderd procent aan zijn kant.’

Engels

Abonneer
Laat het weten als er

De spelregels voor reageren: blijf on topic, geen herhalingen, geen URLs, geen haatspraak en beledigingen. / The rules for commenting: stay on topic, don't repeat yourself, no URLs, no hate speech or insults.

guest

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties